Mythen en feiten over het langeafstandsvervoer

Research output: Contribution to conferencePaperpeer-review

28 Downloads (Pure)

Abstract

Over het langeafstandsvervoer van personen is maar weinig kennis verspreid. Niettemin lijkt er een behoefte te zijn om enige greep op dit grote vervoersegment te krijgen en worden er soms uitspraken over gedaan of meningen geventileerd die gebaseerd lijken op vermoedens of te beperkte kennis. Zulke uitspraken of meningen duiden we hier aan met “mythen”. Vier mythen worden onder de loep genomen: 1. De markt van de trein is begrensd op 500-750 km, 2. Hogesnelheidstreinen zijn goed voor zakenreizigers, 3. Treinreizigers op de lange afstand reizen vooral tussen grote steden, en 4. Het busvervoer op de lange afstand zit in de lift. Ze worden vergeleken met feiten die ontleend zijn aan Europese onderzoeken naar langeafstandsvervoer.
De genoemde mythen blijken maar beperkt of in het geheel niet waar te zijn. Soms gelden als algemeen geformuleerde mythen niet in hun algemeenheid maar alleen voor een specifieke deelmarkt. Dit geldt in het bijzonder voor de mythen 1 en 4. Bij mythe 1 lijkt men te denken aan alleen de dagtrein; dit is ten onrechte, omdat de nachttrein een even groot marktaandeel heeft voor de door deze trein bediende langere afstanden als de dagtrein voor de kortere afstanden. Bij mythe 4 denkt men aan alleen de openbaarvervoermarkt waar het busgebruik inderdaad in de lift zit, maar vergeet de traditioneel veel grotere besloten vervoermarkt waar het busgebruik een (in Nederland dramatische) daling heeft laten zien. Soms is een mythe alleen waar onder bepaalde condities waaraan vaak niet voldaan is. Dit geldt in het bijzonder voor mythe 2. Deze mythe is waar indien het enige verschil tussen hogesnelheidstreinen en klassieke treinen de hogere snelheid is. Meestal is hier echter niet aan voldaan. Doorgaans zijn ook de tarieven (flink) hoger en geldt voor hogesnelheidstreinen een reserveringsplicht. Hogere tarieven zijn overigens relatief gunstig voor zakenreizigers omdat dezen relatief ongevoelig zijn voor reiskosten. Reserveringsplicht is echter slecht voor zakenreizigers omdat zakelijke afspraken vaak op vrij korte termijn gemaakt worden en veel treinen dan al volgeboekt zijn. Op relaties waar treinen vroeg volgeboekt zijn kan de combinatie van inzetten van hogesnelheidstreinen en invoering van reserveringsplicht leiden tot een (soms forse) daling van het aantal zakenreizigers. Tenslotte is mythe 3 gewoon niet waar. Als ‘grote stad’ geoperationaliseerd wordt als agglomeratie waarvan de kernstad tenminste 250.000 inwoners heeft, wordt slechts 12% van de langeafstandsreizen per trein tussen grote steden gemaakt. Voor alle modaliteiten samen is het aandeel met 7% slechts een nichemarkt.
Corona heeft de vervoermarkt voor de lange afstand doen instorten en de feiten overhoop gehaald. Is het dan nog zinvol mythen met niet meer geldende feiten te vergelijken? Algemeen wordt gedacht, dat de situatie van vóór corona zich voor een groot deel zal herstellen nadat de epidemie grotendeels bedwongen is. De oude feiten gaan dan weer min of meer spelen. Eén verandering wordt wel voorzien: een significante vermindering van zakelijke reizen over lange afstanden. Dit zal dan een klein effect hebben op het totale langeafstandsvervoer. Het aantal reizen zal een paar procent lager worden, een daling die waarschijnlijk kleiner is dan de jaarlijkse groei van het vliegvervoer vóór corona, en misschien ook ná corona.
Original languageEnglish
Number of pages11
Publication statusPublished - 2021
EventColloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2021 - Utrecht, Netherlands
Duration: 25 Nov 202126 Nov 2021

Conference

ConferenceColloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2021
Country/TerritoryNetherlands
CityUtrecht
Period25/11/2126/11/21

Fingerprint

Dive into the research topics of 'Mythen en feiten over het langeafstandsvervoer'. Together they form a unique fingerprint.

Cite this